Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in [24]de duisternis [25]wandelen, zo [26]liegen wij, [27]en doen de waarheid niet. 24. Namelijk van onwetendheid, dwalingen, onheiligheid en zonden, die werken der duisternis zijn; Ef.5:11. 25. Namelijk zo dat de zonden over ons zou heersen; Rom.6:12,14,17,20. 26. Dat is, zeggen de waarheid niet, daar God den zodanigen Zijn gemeenschap niet heeft beloofd en degenen, die waarlijk in de gemeenschap van God zijn, niet wandelen in de duisternis, hfdst.3 vs.9; want het licht en de duisternis hebben geen gemeenschap met elkander; 2 Kor.6:14. 27. Dat is, handelen niet oprecht; Joh.3:21.